![]() |
![]() |
|||||
Dossier Jachtmisstanden |
||||||
Dossier Jachtmisstanden deel 1 - Ondertussen in Maas en Waal : deel #1 t/m deel #3 Dossier Jachtmisstanden deel 2 - Ondertussen in Maas en Waal : Deel #4 t/m 7 Dossier Jachtmisstanden deel 3 - Ondertussen in Maas en Waal : Deel #8 t/m #10 Dossier Jachtmisstanden deel 4 - Ondertussen in Maas en Waal : Deel #11 t/m #13 Dossier Jachtmisstanden deel 5 - Ondertussen in Maas en Waal : Deel #14 en verder
-
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -Ondertussen in Maas en Waal - update
#10 - Foto 02 toont u namelijk datgene wat er zich alom in den lande heeft afgespeeld ten koste van die weidevogelgemeenschap. Vlaktevogels zoals de scholekster worden schaars of verdwijnen helemaal en struweelsoorten zoals de ekster spinnen daar garen bij! Wie kijkt er dan nog van op, dat grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, patrijs, kwartel, kwartelkoning, zomertaling, slobeend, paapje, grauwe gors en zelfs graspieper, veldleeuwerik, scholekster en kievit het niet langer meer kunnen bolwerken tegen de voortwalsende agri - moloch? En dan hebben wij het nog maar alleen over vogels en laten we de plantenwereld, de insecten, de vlinders, de amfibieën, de bodemfauna en de zoogdieren buiten beschouwing! In deze reportage wil ik u een kijkje geven in de werkelijkheid achter veel projecten die als natuurontwikkeling worden verkocht, maar feitelijk weinig of niets met natuur van doen hebben. Zo zijn de uiterwaarden al in de Middeleeuwen ontstaan dankzij de aanleg van onnatuurlijke dijken (foto 03) en kregen zij hun huidige vorm door de wijze waarop boeren en baksteenfabrikanten die gebieden gingen benutten. Dat gebeurde landbouwkundig vooral door er in voor- en najaar vee te laten grazen en het zomergras als hooi te gebruiken (foto 04). Het onvoorspelbare regime van de rivieren (foto 05) weerhield hen van kostbare investeringen in de landerijen, die zich daardoor ontwikkelden als broedplaatsen voor de al genoemde weidevogels en als voedselgebieden voor grasetende vogels zoals zwanen, eenden, meerkoeten en ganzen (foto 06). Dat zijn allemaal opportunistische vogelsoorten met oudere gebruiksrechten dan overgesubsidieerde moderne boeren, maar zij worden op binnendijkse landerijen al sinds vele jaren naar het leven gestaan. Letterlijk! (foto 07,08). Daarom waren de uiterwaarden hun natuurlijke toevluchtsoord, ook al werd en wordt de leefruimte daar bedreigd door oprukkende industrie en woningbouw (foto 09) en in toenemende mate ook jaarrond door voedselconcurrentie met grote grazers (foto's 010, 011, 012). Deze grazers zijn feitelijk (net als de te vuur en te zwaard bestreden Nijl- en Canadaganzen, Tamme Kastanjes, Amerikaanse eiken, Muskus- en Beverratten etc.) niet anders dan uitheemse exoten, die feitelijk helemaal niet in onze natuur thuishoren. Hun entree werd dan ook meer ingegeven uit kostenoverweging dan uit goed doortimmerde en weldoordachte ecologische motieven. Om van enig verantwoordelijkheidsbesef over de waarde en de functie van uiterwaarden voor kenmerkende plantengemeenschappen en de daaraan gelieerde diersoorten nog maar te zwijgen! Toch werd er niet alleen door ondergetekende, maar ook vanuit Vogelbescherming Nederland al in de jaren '90 gewezen op de urgentie, om de uiterwaarden juist te beheren als opvanggebieden en toevluchtsoord voor al die bedreigde vlaktevogels, die zo kenmerkend zijn voor ons laagland en waarvoor wij zulk een grote internationale verantwoordelijkheid hebben. Dat was echter tegen dovemansoren gezegd, want politici en bestuurders laten graag hun geursporen achter aan de hoekpalen van de meest fatale enormiteiten! Bovendien bleek er aan natuurontwikkeling erg veel geld te verdienen te zijn. Dat mocht dus best wat kosten. En zo hielp men de totale weidevogelpopulatie van het hele rivierengebied om zeep, dreef grasetende watervogels letterlijk naar de grazige binnendijkse graslanden waar inmiddels ook de laatste kuikens van grutto's en kieviten het loodje hadden gelegd in de voortdenderende maaimachines of de grond in werden gewalst door silagewagens, mestinjectoren of sleepvoetslangen. Zo gaat dat tegenwoordig jaarlijks door, vanaf Koninginnedag tot in de week voor Sinterklaas! Er broedt al jarenlang vrijwel geen weidevogel meer in deze gebieden (foto 13, 14, 15). Die cultuurvolgers 'moesten immers hun eigen weg maar zoeken', zo tekende ik destijds op uit de mond van de architect van deze triest makende ecologische bouwval: de geboren en getogen grootstedeling, Frans Vera. Weidevogels broeden er nauwelijks nog in onze uiterwaarden en ook ganzen vinden er naast nestelgelegenheid (foto 16) steeds minder plaatsen waar zij ook voedsel kunnen vinden (foto 17). Speciaal voor u nam ik dezer dagen een kijkje op de Ewijkse Plaat, een gebied waar twintig jaar geleden nog alle gangbare weidevogels voorkwamen en waar moeiteloos meer dan honderd plantensoorten aan te kruisen waren. Ik kwam nog tot welgeteld vijf soorten woekerplanten die mij letterlijk boven het hoofd bleken te groeien. En niet alleen mij (foto's 18, 19). Meent u nu niet dat dit een uitzondering is, want er zijn talloze voorbeelden (foto 20) waaruit zonneklaar blijkt, dat vlaktevogels niets meer te zoeken hebben in Hendrik Marsman's 'oneindige laagland' en dat onze overheid welbewust doende is met de ecologische karaktermoord op dit hele gewest. Omdat zij hun oren laat hangen naar de verkeerde raadgevers en waarschuwingen van echte specialisten al jarenlang in de wind slaat. Door dit onversneden wanbeleid verdwenen al onze weidevogels en werden karakteristieke fluviatiele planten als Duifkruid (foto 21), Tweejarig Streepzaad (foto 22), Glad Walstro (foto 23), Cichorei (foto 24), Knoopkruid (foto 25) en tientallen anderen verbannen naar de dijktaluds. Op de achtergrond ziet u op deze foto's de eens zo bloem- en vogelrijke uiterwaarden, die dankzij de natuurontwikkelaars thans het omploegen niet meer waar zijn. Ondanks de Europese status van N2000-gebied en dankzij de geslaagde CDA -coupe om vanaf 2009 scherp rivierzand in die Brussels - Haagse bureaucratische machinerie te strooien, gaan boeren op veel plaatsen ongehinderd en ongestraft hun gang (foto 26). Wie doet hen immers wat, zolang het definitieve ijkmoment van de landbouwkundige gebiedsituatie niet is vastgesteld? Dat hebben Balkenende en Bleker toch maar even mooi voor elkaar gekregen! Natuurlijke patronen en processen behoeven een ongestoord leefmilieu en dat is nergens in ons land meer te vinden of duurzaam te realiseren. Zelfs niet op Rottumerplaat of op het Noorderhaaks. Als men al iets nieuws tot ontwikkeling moet laten komen in bestaande ecotopen, dan is het een geschreven ecologische wet, dat er wordt uitgegaan van aanwezige waarden en functies van die gebieden. In de uiterwaarden is daar op talloze plaatsen bruut en ongeciviliseerd overheen gewalst.
Al in 1993 attendeerde ik de Vera- clan er op, dat men doende was om de Nachtwacht (foto 27) met witkalk weg te wissen en met drie kleuren verf en een liniaal op het ontstane vlak iets nieuws tot stand te brengen. Ik waarschuwde hen er toen al voor, dat dit in geen geval een Mondriaan zou kunnen worden.
-
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -Ondertussen in Maas en Waal - update
#9 - De enige bejaagbare waterwildsoort is de Wilde Eend en de aantallen daarvan zijn de afgelopen decennia in heel West Europa stormenderhand afgenomen. Waren er in de jaren '70 en '80 ieder winterhalfjaar nog honderdduizenden van die vogels in het rivierenland aanwezig, vanaf de jaren '90 mag men al blij zij om een paar honderd van deze eenden bij elkaar te zien. Dat ligt deels aan de totaal uitgeholde broedpopulatie als gevolg van de almaar voortschrijdende landbouwintensivering, maar vooral ook aan het feit dat er in nazomer en herfst steeds minder noordelijke en oostelijke eenden (door kooikers 'bovenlanders' genoemd) naar ons land komen. Dat zou ernstig tot nadenken en terughoudendheid behoren te stemmen en een absolute jachtsluiting rechtvaardigen!
Waar ze ook wonen (foto 018) en hoe ze hun killingfield ook noemen (foto 019), hedendaagse jagers deugen zelden en met enig zoekwerk zijn hun fusilladeplaatsen makkelijk te traceren (foto's 020, 021). Zoals hier in het Wezelsche Veld onder Wijchen! Er werd daar in ruilverkavelingverband een eendenput aangelegd in het schootsveld van deze hut (foto 022) en in een kunstmatig aangelegd bosje leek een vossen- of dassenburcht uitgegraven te zijn (foto 023). En elders tussen Maas en Waal trof ik eerder dit jaar in potdichte mist de bolide van een KNJV- medewerker aan, pal onder een hoogspanningsleiding. Dit is een locatietype waar steevast de meest onweidelijke jagers te betrappen zijn (foto 024). Want gedesoriënteerde of aangeschoten eenden en ganzen kunnen in zulke gevallen makkelijk verongelukken tegen de draden van de leiding en daar wordt zelfs dikwijls op aangestuurd. Daarom had jagen of moedwillig verstoren van watervogels in de nabijheid van zulke leidingen allang wettelijk verboden behoren te zijn. En datzelfde geldt voor het jagen bij mist en grondnevel!
-
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Hiersenhof wordt doorsneden door de Laarakkersche Waterleiding en deze hoofdwatergang bood mij goede gelegenheid om het hele gebied aan een minutieus onderzoek te onderwerpen. Watergangen moeten immers onderhouden worden en daartoe bleek er inderdaad midden in het gebied een vaste oeververbinding te zijn, zo leerde ik via Google Earth. Dat bespaarde me dus een klauterpartij over het ruim twee meter hoge raster, dat het landgoed aan de west- en noordzijde ontoegankelijk maakt (foto 04). Aldus genoeglijk wandelend langs voornoemde waterleiding kwam ik een hele rits wildkansels tegen (foto's 05, 06, 07, 08 en 09) en ontmoette, midden in de moerassige en door braamstruwelen en takkenravages bijna onbegaanbare rimboe, één van wijlen Caspar's drijvers, die met zijn echtgenote niets liever zei te doen dan door de natuur te struinen. Ik ben er van overtuigd dat zij dit oprecht meenden en ben hen erg erkentelijk voor de inside informatie die op deze wijze weer werd meegepikt. Een vliegende kraai vindt immers altijd wel iets van zijn gading! Als lid van het hoofdbestuur van het Koninklijke gewapende hobbygenootschap KNJV diende de Quay te weten, dat het aanleggen van voerplaatsen (anders dan in zeer strenge winterse omstandigheden) bij wet verboden is. Toch vond ik een zeer duidelijk gevulde voerbak (foto 010) en ook een bakje met een liksteen voor reeën (foto 011). Dat deed mij spontaan doch binnensmonds een driewerf Eureka uitroepen over de vondst van zo'n liksteen bovenop een twee meter hoge paal in de Zak van Maas en Waal, precies een week geleden. Dit kan bijna niet anders betekenen dan dat er daar edelherten rondlopen of in de planning zitten. Maar dat zoek ik later nog wel uit! Want langs de Laarakkersche Waterleiding trof ik op landgoed Hirschenhof ook nog een gegraven eendenput aan, waarbij een grote pol Spaans Riet is aangeplant. Kennelijk bedoelt als hinderlaag voor schutters tijdens de eendenjacht! (foto 012, 013). De zeer massieve wildkansel die als laatste wapenfeit werd waargenomen in een hermetisch omrasterd bosperceel aan de noordoostzijde van het gebied, zette andermaal mijn Hirschen - antenne op scherp. Ook dat wordt dus nog nader onderzocht, want voor reeën is echt geen 2 meter hoog raster nodig. Meer dan de helft van de buitenbegrenzing van het landgoed ontbeert overigens ieder spoor van omrastering. Daar vormt immers de Laarakkersche Watergang een natuurlijke barrière om ongewenste bezoekers buiten te houden. Toch valt er ook iets positiefs uit Hiersenhof te melden, want ik kan niet anders zeggen dan dat Caspar de Quay zich fatsoenlijk betoonde tegenover de dassen die zijn landgoed bewonen. Ik vond niet alleen de burcht, maar ook twee gazen rasterpassages voor die dieren (foto's 014, 015). Dat valt zeer te waarderen. Terugkerend naar het open gebied langs de Maas stoor ik me al ruim 2 jaar lang aan de enorme wildkansel aan de rand van een bosje en te midden van open akkerland tussen Velp (bij Grave) en de Reek (foto 015a). Op amper een halve kilometer vanaf de plaats waar tientallen miljoenen euro's gemeenschapsgelden worden vergooid aan natuurontwikkeling in het project Keent, zou het gepast zijn om dat onding subiet van de kaart te vegen. Hiermee eindigt feitelijk het hoofdstuk wildkansels bezuiden de Maas, maar als toegift wil ik u niet onthouden wat er aan ganzen- en/of duivenhutten aangetroffen werd in het Maasland tussen Cuijk en Den Bosch. Omdat een herfstdag echter maar kort is, moet helaas volstaan worden met een beknopte selectie. Ganzen komen in deze hele streek tegenwoordig immers jaarrond in groot aantal en soortenverscheidenheid voor (foto 016) en zijn plaatselijk ook vermengd met witte of bonte boerenganzen (foto 017). Agrariërs die momenteel met de 6e of 7e kuilgrasoogst van dit groeiseizoen bezig zijn, willen maar niet beseffen dat zij zelf de veroorzakers zijn van het zogenaamde ganzenprobleem, dat in ecologische zin niets anders is dan een voorspelbare reactie van dieren op een overmaat aan voedsel. Omdat de avond snel nadere spoedde ik mij daarom terug naar Lith, waar rondvliegende en voedselzoekende ganzen, eenden en duiven wel moeten menen in Frankrijk of een andere ongeciviliseerde negorij beland te zijn. Vanuit één positie waren langs de Hertog Janstraat en de Tiendweg maar liefst drie lafhartige hinderlagen in beeld te brengen (foto 018), waarbij ik mij afvraag of het niet een strafbaar feit is om een spijkervaste jachtvoorziening te plaatsen op de berm van een openbare weg (foto 019). Maar het kon nog erger! Ten oosten van de Hertog Janstraat en ten zuiden van de Tiendweg bleken twee schiethutten geplaatst te zijn op graanstoppelakkers. Een daarvan vormt een waanzinnige eenheid met een meteorologisch station (foto 20) en lijkt uitsluitend bedoeld om het kruit droog te houden waarvan al eerder in deze serie sprake was. Bij de andere hut was het raak! Daar werd een clandestien afgeschoten Holenduif aangetroffen (foto 21) op een tiental meters vanaf de hut (foto 22). Deze vogelsoort is letterlijk het kind van de rekening van de barbaarse slachtpartijen, die er onder het mom van schadebestrijding jaarlijks onder houtduiven worden aangericht. Het wordt tijd dat ook daaraan voor eens en altijd een einde komt. Gelukkig was uw verslaggever nog tijdig genoeg bij Megen om daar de weergaloze avondsfeer van een verstilde riviermeander vast te leggen (foto 23). Want zelfs na weer een dag vol vernederende sporen van gewapend geweld tegen weerloze dieren, blijft onze natuur het waard om er iedere seconde van te genieten!
|
Een van onze vrijwilligers trekt de velden in op zoek naar de misstanden van jagend Nederland... Dat er van fatsoen vaak geen sprake is legt hij op weergaloze wijze vast... Inmiddels is hij langs vele plaatsen geweest. Onder andere Maas en Waal, het Betuwse land en de Waterlanden. Bekijk hier ook de fotoreportages van: |
|||||
Stichting Ganzenbescherming Nederland is opgericht om een duidelijk geluid te kunnen laten horen tegenover dit kabinet dat het oog voor onze natuur en en al wat daarin leeft lijkt te zijn verloren. Dat er een krachtig tegengeluid moet komen tegen het vergassen van honderd duizenden ganzen is duidelijk. Dat is de reden dat wij als kersverse stichting proberen de spreekbuis te zijn voor de machteloze ganzen. |
Stichting Ganzenbescherming Nederland T: 0524 - 291 773
|